Skip to main content

Voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad Amir Bachrouri over het belang van jeugdwerk

Nationaal

10 september 2021

“We komen uit een dipje, maar de motivatie is er nog.” Als voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad weet Amir Bachrouri (18) perfect hoe moeilijk de coronacrisis was voor jongeren en het jeugdwerk. Toch zijn er ook mooie vooruitzichten, want voor hem was corona het momentum om te bewijzen dat jongeren iets in de pap te brokken hebben.

Met achttien levensjaren is Amir Bachrouri de jongste voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad ooit. Hij vertegenwoordigt de stem van de jeugd in televisieprogramma’s en bij politici, want die Vlaamse Jeugdraad mag zichzelf de officiële adviesraad voor de Vlaamse regering noemen voor alles wat te maken heeft met kinderen, jongeren en jeugdwerk. Amir heeft geen gebrek aan passie en ambitie, maar een jaar geleden had hij het voorzitterschap nog niet voor ogen en kon je hem vooral vinden in het open jeugdwerk in Antwerpen.

“Ik ben graag bezig, maar wil ook van het leven kunnen genieten”

Amir Bachrouri

“Ik begon mijn engagement in het jeugdwerk vanuit een zekere nood. Wij hadden geen jeugdhuis of jeugdwerking in onze buurt en hebben lang geijverd om er toch eentje te krijgen. Zo leerde ik dat een stem hebben belangrijk is. Nadat ik mij in de eerste lockdown kwaad had gemaakt en een opiniestuk schreef, ging de bal pas echt aan het rollen”, zegt hij. “Mensen begonnen me verschillende organisaties en werkingen voor te stellen die aandacht geven aan jongeren met een mening. Zo heb ik ook de Vlaamse Jeugdraad leren kennen.” Eigenlijk stelde Amir zich kandidaat als jongerenadviseur, maar dat draaide anders uit. “Er werd gevraagd wie voorzitter wilde worden van de raad. Samen met enkele andere adviseurs stelde ik me kandidaat en na de verkiezingen in januari kwam ik als winnaar uit de bus.”

[Lees verder onder de foto.]

Spanning in de studio

Amir nam een bliksemstart als voorzitter. Van de ene op de andere dag werd hij de woordvoerder van alle Vlaamse jongeren, inclusief interviews en media-aandacht. “Toen ik voor de eerste keer in een televisiestudio kwam, was dat met knikkende knieën. Zulke opnames lijken misschien cool, maar ik hoopte vooral dat het snel voorbij was. Ook de eerste interviews waren moeilijk – zeker de korte – maar gaandeweg leer je daarmee omgaan. Nu voel ik me meer op mijn gemak bij mensen die ik niet ken. Een tijdje geleden debatteerde ik in het tv-programma Terzake met viroloog Marc Van Ranst. We hadden allebei onze eigen visie, maar door de ervaring die ik had opgebouwd, ging het debat heel vlot.”

Dat velen Amir op zijn jonge leeftijd wijzen, vindt hij best grappig. “Ouderen hebben waarschijnlijk een bredere kennis dan jongeren, en toch hoor ik vaak verhalen van dertienjarige jongeren die al meer hebben bereikt dan mensen van vijfentwintig. In mijn ogen is leeftijd nooit een factor geweest waarmee ik rekening moest houden.” Soms speelt zijn jonge leeftijd zelfs in zijn voordeel. “Mensen hebben lagere verwachtingen. Politici zijn vaak verbaasd als ze merken dat jongeren toch iets durven te zeggen. Ze appreciëren het trouwens dat we ze niet via duizend omwegen proberen te paaien, maar direct zijn. Ze beseffen dat ze serieuze gesprekspartners voor zich hebben zitten.”

“Mijn jonge leeftijd zie ik niet als een nadeel, integendeel”

Amir Bachrouri

Praten met jongeren

“Corona was het momentum om te laten zien dat jongeren iets in de pap te brokken hebben. Ook op het vlak van mentaal welzijn zijn jongeren meer op de voorgrond getreden”, zegt Amir. Toch zijn er nog enkele werkpunten, volgens hem. “Er wordt nog te vaak óver jongeren gesproken in plaats van mét hen. We zijn het ondertussen ook wel beu dat alles om corona draait en dat er geen aandacht is voor andere grotere thema’s, zoals het klimaat en gelijke kansen. Er zijn grote uitdagingen in het post-coronatijdperk, dus ik hoop dat we snel iets kunnen doen en steentjes kunnen verleggen.”

Amir hoopt ook dat er opnieuw een proactieve houding aangenomen kan worden. “Nu beslissen politici vaak iets zonder vooraf met jongeren te spreken. Achteraf moeten ze dan toegeven dat hun idee toch niet ideaal was. Daarom willen we opnieuw zelf met ideeën komen en daarnaar uitkijken.” Volgens Amir spelen jongerenorganisaties daarin een grote rol. “Op beleidsvlak zijn er dingen die politici theoretisch wel willen, maar die moeilijk om te zetten zijn in de praktijk of waar geen draagvlak voor is. Theorie en praktijk zijn twee verschillende werelden. Jongerenorganisaties kunnen direct zeggen waar het op staat in het dagelijkse leven, waardoor we sneller aan de alarmbellen kunnen trekken.”

Bijleren door het jeugdwerk

Daar stoppen de voordelen van jongerenorganisaties niet. “Actief zijn in het jeugdwerk scherpt bepaalde competenties aan die je nergens anders ten volle kan ontwikkelen”, zegt Amir. “Vaak bouw je er onbewust ervaringen op. Een animatorattest staat natuurlijk mooi op je cv, maar er zijn heel wat skills die je onbewust verwerft. Zo leer je bijvoorbeeld heel goed te organiseren, de leiding te nemen of de handen uit de mouwen te steken. Je hebt die skills misschien niet letterlijk op je cv staan, maar je kan ze wel mondeling toelichten tijdens een sollicitatiegesprek.”

Amir bekijkt het jeugdwerk ook als een perfecte aanvulling voor het onderwijs. “Het onderwijs ziet alles in hokjes en is vrij zwart-wit. Jeugdwerk mag dan wel gericht zijn op je vrije tijd, toch heeft het ook een ernstige insteek. Jeugdwerk leerde mij veel over de maatschappij. Het blijft wel een en-en-verhaal: het jeugdwerk kan het onderwijs niet vervangen en omgekeerd geldt hetzelfde. De mix van beide zorgt er juist voor dat je als persoon rijker wordt en bijleert.” Het bewijs daarvoor ziet Amir nog elke dag in de straten van Antwerpen. “Hier in Borgerhout zijn er zo veel organisaties die werken aan sociaal wonen, intersectionaliteit, klimaat, et cetera. Ze plukken jongeren letterlijk van de straat en zetten ze in een lokaal waar ze een uitlaatklep hebben. Zo kan je mensen uit de criminaliteit houden.”

[Lees verder onder de foto.]

Meer engagement

Dat het jeugdwerk lange tijd niet op volle toeren kon draaien door de coronacrisis, is volgens Amir niet noodzakelijk een probleem. “Vrijwilligers hebben bij momenten gevloekt, dat wel. Er is een dipje geweest, maar de nood en motivatie om iets te doen is groter dan ooit. Je kan niet zeggen dat er door de crisis minder vrijwilligers zijn: er zijn nu juist veel jongeren die extra willen genieten en zich dus vrijwillig engageren. Via het jeugdwerk kunnen we bovendien ook jongeren bereiken die in het onderwijs door de mazen van het net zijn geglipt.”

Toch zal het jeugdwerk ook veranderen door de crisis. “Het zal belangrijk zijn om bepaalde zaken gewoon online te blijven doen, zoals presentaties op animatorcursussen. Het is misschien een idee om het online gedeelte voor de voormiddag te houden en in de namiddag samen fysieke spelletjes te doen.” Amir benadrukt wel dat men moet kijken wat haalbaar is en wat niet. “Alle activiteiten online organiseren is moeilijk. Bepaalde dingen, zoals werken met kansarme kinderen en jongeren, kan je niet anders dan fysiek doen. Die kinderen hebben vaak geen pc of stabiele internetverbinding.”

“De nood en motivatie om iets te doen zijn groter dan ooit”

Amir Bachrouri

Over tien jaar

Het mandaat van Amir bij de Vlaamse Jeugdraad loopt nog twee jaar en een half. Als voorzitter wil hij nog hard werken rond thema’s als klimaat, welzijn en relaties tussen politie en jongeren in een grootstedelijke context. Intussen blijft hij ook actief in andere organisaties. “Ik ben graag bezig. Aan de andere kant ben ik ook nog jong en wil ik genieten van het leven.”

Amir is alvast van plan om zijn voorzitterschap niet onopgemerkt voorbij te laten gaan. “Ik heb niet één stokpaardje waar ik alles op inzet, maar ik wil focussen op verschillende thema’s die in elkaar overvloeien. Wat dat allemaal is, weet ik nog niet. Aan het einde van mijn mandaat zullen we zien wat we met de Vlaamse Jeugdraad hebben kunnen bereiken.”

En wat daarna? Dat is voorlopig onduidelijk. “Momenteel studeer ik rechten. De kans dat ik professioneel voetballer of arts wordt, is dus klein. Toch heb ik niet de ambitie om advocaat of magistraat te worden. Ik laat de toekomst op me afkomen en stress nu nog niet over waar ik binnen tien jaar wil staan.”

Tekst: Igor Bulcke / foto: Jonas Smeulders

Jouw verhaal in de Hélaba?

Ben jij ook altijd onder de indruk van die verhalen die we in de Hélaba neerpennen? En denk jij bij het lezen aan een straf verhaal dat je graag met alle KLJ’ers deelt? Laat het ons weten!

Deel je verhaal