Skip to main content

KLJ'er en televisiemaker Martin Heylen: "Eigenlijk kan ik heel verlegen zijn"

Nationaal

15 maart 2021

Weinig mensen in levenden lijve zien, dat moet een ramp zijn voor iemand die van gesprekken met bekende en onbekende mensen zijn beroep gemaakt heeft. Gelukkig kon televisiemaker Martin Heylen (65) blijven doorwerken, maar de coronacrisis weegt toch zwaar door op zijn sociale leven. “Zelfs bij mijn kinderen treedt er al vervreemding op.”

“Je zou het misschien niet verwachten, maar ik vind mezelf wat aan de verlegen kant. Als ik tijdens een periode niemand of alleen mijn vrouw gesproken heb, dan heb ik nadien altijd moeite om weer socialer te zijn. Ik heb de neiging om me te laten wegzakken, ik word introvert, speel mijn gevoel voor taal kwijt en geraak niet meer uit mijn woorden. Dan durf ik bijna niet meer onder de mensen te komen. Zo ben ik van nature, denk ik.”

Je komt nochtans over als iemand die heel sociaal is.

“Ik ben sociaal in die zin dat ik genoeg sociale vaardigheden heb om met mensen om te gaan en te weten hoe ze zich voelen. Mijn gesprekken kunnen zo nogal snel uitdraaien in diepere gesprekken over de liefde of het leven. Ik moet ook sociaal zijn voor mijn job als televisiemaker, maar dat neemt niet weg dat ik af en toe graag een asociale loner ben. Vroeger trok ik de natuur in als het me wat te veel werd, nu zwerf ik graag alleen door de stad. Als ik ergens binnenstap, hoef ik ook niemand te horen. Ik ga dan het liefst aan een tafeltje zitten met een koffie of een pintje om wat te lezen. Ik kan er ontzettend van genieten om alleen te zijn, maar ik spreek ook graag wildvreemden aan op de tram of trein, gewoon om te zien wat ze antwoorden.”

[Lees verder onder de foto.]

Huidhonger

 

Dus je hebt niet zo veel nood aan sociale contacten?

“Toch wel, maar de manier waarop is misschien anders dan bij andere mensen. Ik ben een oeverman. Zo ga ik bijvoorbeeld graag naar de zee. Ik hoef er niet in het water te staan, want ik sta het liefst langs de oever te kijken. Dat geldt ook in de maatschappij: ik ben er graag in betrokken, maar ik sta er ook een beetje buiten.”

“De nood aan sociale contacten is mij pas duidelijk geworden door de coronacrisis, waarin de huidhonger ook bij mij toegeslagen heeft. Ik heb een soort van smetvrees ontwikkeld en ga mensen uit de weg. Tijdens dit gesprek leg ik bijvoorbeeld mijn ziel bloot terwijl we op verre afstand van elkaar zitten, dat voelt vreemd aan. Wat er ook op inhakt, is dat je niemand meer kan omhelzen zonder gevaar te lopen. Het verlangen om iemand die ik graag zie in mijn armen te kunnen nemen, neemt alleen maar toe. Anderzijds vind ik het ook niet erg dat handen geven of mensen kussen die je niet zo goed kent even verdwenen is.”

“Je kan niemand meer omhelzen zonder gevaar te lopen, dat vind ik heel erg”

Martin Heylen

Welke personen zijn voor jou het belangrijkst?

“Mijn dochters en mijn vrouw zijn sowieso het belangrijkst. Daarnaast heb ik een boezemvriend, enkele vriendinnen met wie ik over het leven kan praten en een paar goede vrienden die ik via het werk ken. Iedereen heeft andere mensen nodig om het leven bij af te toetsen en eens te horen of wat hij doet goed of slecht is. Je hebt ook mensen nodig voor wie je iets kan doen. Ik kook bijvoorbeeld graag voor mezelf, maar ik kook veel liever voor mijn vrouw en mijn kinderen. Als ik alleen maar mijn eigen leventje zou leiden en mijn eigen goesting zou doen, dan is het leven toch maar saai.”

Tranen in de ogen

 

Is de mens van nature een sociaal beest?

“Je hebt altijd enkele mensen die zich volledig afsluiten van de maatschappij, maar de mens is als soort sociaal én is een kuddedier. Ik woon bijvoorbeeld in Oostende en zie er elke zomer hetzelfde gebeuren: er komen veel treinen aan die ladingen toeristen uitspuwen. Al die mensen trekken naar hetzelfde stukje strand, terwijl er veel meer vrije ruimte is als ze een beetje meer naar links of rechts zouden gaan. Ze kijken allemaal wat de anderen doen om vervolgens dat gedrag te kopiëren. Zo koopt iedereen hetzelfde ijsje in dezelfde bar. Ook de televisiesector waarin ik werk, bewijst het. Het lijkt wel alsof er steeds één grote massa kijkers is die zich van het ene programma naar het andere verplaatst, gewoon omdat iedereen ernaar kijkt.”

“Sociaal zijn heeft ook nog een andere betekenis. Het wil zeggen dat je verantwoordelijk wil zijn en zorgzaam met anderen kan omgaan. In het voorbije jaar heb ik geleerd dat de mens op dat vlak een asociaal beest is. Er werden lockdownfeestjes georganiseerd en in winkels ontstonden discussies over het al dan niet nemen van een winkelkar om afstand te bewaren. Nochtans is die regel van de winkelkarretjes geen grote moeite en zeer duidelijk. In de tweede lockdown was er meer discipline en werden de mondmaskers meer gedragen, maar toch was het nog vaak ieder voor zich. Op dat vlak is de mens dus een individu.”

“Ik zag mijn jongste dochter en het voelde alsof het ijs opnieuw gebroken moest worden”

Martin Heylen

Hoe zijn jouw sociale contacten veranderd?

“Tijdens deze crisis moet ik heksentoeren uithalen om mijn kinderen en kleinkinderen fysiek te zien, zonder dat we mogen knuffelen. Tijdens de eerste lockdown hebben we het één keer gewaagd om te knuffelen. Iedereen stond er met de tranen in de ogen. Nu nemen we het risico niet meer, want mijn vrouw en ik hebben al een bepaalde leeftijd. We hebben een hechte band met onze kinderen en we Skypen en WhatsAppen veel, maar het is niet zoals vroeger. Ik merk dat er al vervreemding begint op te treden. Vanochtend zag ik mijn jongste dochter en het voelde alsof het ijs opnieuw gebroken moest worden. Als dat al gebeurt bij de mensen uit je huiselijke kring die je al meer dan dertig jaar kent, hoe zal het contact dan verlopen met mensen die verder van je afstaan? Mijn vrienden heb ik al in maanden niet meer gezien, alleen eens gehoord via de telefoon. Mensen zijn tijdens de crisis teruggeworpen naar hun eigen kleine kringetje en werden bang gemaakt voor het grote gevaar dat daarbuiten schuilt. Ik ben er zeker van dat we de gevolgen binnenkort zullen zien.”

[Lees verder onder de foto.]

Zwartzoenen

 

Tijdens de lockdowns kwam er soms kritiek op de jongere generatie. Hoe kijk jij daar – als oudere generatie – naar?

“Ik ben er niet gelukkig mee als jongeren plots aan alles hun voeten vegen, maar ik zie ook oudere mensen foute dingen doen. Bij jongeren zijn er natuurlijk nog andere verlangens, gevoelens en driften die hoger ingeschat worden dan niet ziek worden, denk ik. Een lief vinden, bijvoorbeeld. Ik heb geen idee hoe je dat zou moeten doen tijdens een lockdown. Onlangs zag ik een jongen en een meisje die aan het wachten waren op een trein. Ze keken elkaar in de ogen, trokken snel hun mondmasker naar beneden en gaven elkaar een zoen. Ik heb er een woord voor bedacht: zwartzoenen. (lacht) Je kan dat gedrag veroordelen als je de regels heel strikt wil naleven, maar in zulke gevallen moet je toch een oogje kunnen dichtknijpen.”

Hebben jongeren het zwaarder te verduren gehad dan ouderen?

“Nee, maar ze hebben het ook niet minder zwaar. Oude mensen kampen met eenzaamheid, dat is verschrikkelijk. Daarnaast zijn ze ook vatbaarder om ernstig ziek te worden. Dat zijn redenen om te zeggen dat ouderen het zwaarder te verduren hebben. Anderzijds zou het leven van jongeren nu moeten bruisen. De levensvreugde zou er vanaf moeten spatten door te feesten, op café te gaan en mensen te ontmoeten. Ik zou het erg vinden als ik nu zou afstuderen. Je krijgt niet eens applaus voor je geleverde werk en kan je diploma niet vieren. Er is niet één groep voor wie de coronacrisis erger is, we hebben het allemaal moeilijk.”

“Passie voor verhalen ontstaan bij KLJ”

“Wist je dat ik ook ooit in de KLJ gezeten heb? Bij KLJ Oosteeklo was ik lid in de jaren 70. Ik ben nooit leider geweest, want ik was meer het volgzame type. We namen met onze afdeling wel deel aan de sportfeesten en ik denk dat daar de kiem gelegd werd voor al mijn reizen. Tijdens zo’n sportfeest ontmoet je mensen uit verschillende dorpen en gemeentes, dat is heel leuk. In de KLJ leerde ik mijn vaste vriendengroep kennen die later mijn cafévrienden zijn geworden. En uiteraard waren er ook heel wat meisjes. Dat heeft wel geleid tot een aantal liefjes. Ook mijn dochters hebben in een jeugdbeweging gezeten. In een jeugdbeweging wordt je gedwongen om met anderen vriendschappen te sluiten, eten te maken of een nachtelijke dropping te doen. Mijn vrouw en ik waren altijd trots als ze vuil en doodop thuiskwamen van een leuke namiddag.”

 

Tekst: Nnenna Onuhurironye / Foto's: Jonas Smeulders