Skip to main content

KLJ-experts Elke en Merijn over kansarmoede: “Toegeven dat je iets nodig hebt, is een grote drempel”

Nationaal

13 december 2022

(Kans)armoede is een onderwerp dat steeds vaker onder de aandacht gebracht wordt. Ook De Warmste Week zet het thema dit jaar in de verf. Maar wat is kansarmoede precies? En krijgen ook KLJ’ers ermee te maken? KLJ-medewerkers Elke Timmerman en Merijn Castro zijn vaak bezig met het thema en vertellen wat we kunnen doen. “Zelfs met kleine acties bereik je al veel.”

“Er is een verschil tussen armoede en kansarmoede”, vertelt Merijn Castro, KLJ Connectmedewerker. “Armoede gaat alleen over hoeveel geld je hebt. Kansarmoede is breder dan dat en heeft betrekking op je sociale contacten, studies, hobby’s, job, huis en zelfs je gezondheid. Op die vlakken kan je niet alles doen wat anderen misschien wel kunnen. Zo kan je, bijvoorbeeld, niet de sport beoefenen die je wil omdat je er het budget niet voor hebt, je kan niet mee op schooluitstap of je kan niet naar de tandarts als je kiespijn hebt. Je hebt, met andere woorden, niet dezelfde kansen als anderen in je omgeving.” 

“Zodra je met kansarmoede geconfronteerd wordt, is het moeilijk om er weer uit te geraken”, vult pedagogisch medewerker Elke Timmerman aan, die instaat voor ‘KLJ voor iedereen’. “Vaak wordt het van generatie op generatie doorgegeven. Doordat je ouders in kansarmoede leven, krijg jij niet alle kansen, waardoor je die kansarmoede later waarschijnlijk doorgeeft aan jouw kinderen. Ouders kunnen, bijvoorbeeld, wel hun best doen om meer te werken om zo meer te verdienen, maar daardoor blijft er minder tijd over voor je opvoeding. En dat heeft dan weer een invloed op jouw schoolprestaties of je krijgt minder gezonde voeding. Zo blijf je bezig. Kansarmoede stopt dus niet zomaar als je de problemen in een van de domeinen hebt aangepakt.” 

1 op 8

Dus kansarmoede is altijd iets waarin je geboren wordt?

Elke: “Nee, zeker niet. Er bestaat ook zoiets als ‘situationele kansarmoede’. Dat wil zeggen dat je zonder kansarmoede bent opgegroeid, maar er wel door een bepaalde gebeurtenis in terechtkomt. Dat kan snel gebeuren, hoor. Zo kan je lange tijd ziek zijn waardoor je minder verdient, je kan onverwacht je job verliezen, of je winkelkar of energierekening kan plots onbetaalbaar worden omdat alle prijzen plots hard stijgen, zoals dat nu het geval is.”

Hoe groot is het probleem eigenlijk?

Elke: “Cijfers van De Warmste Week leren ons dat één op de acht Vlamingen in kansarmoede geboren wordt, maar dat cijfer rekent alleen de mensen mee die dat zelf aangeven. In de praktijk heb je ook nog een bevolkingslaag die net boven die van de kansarme groep zit en ook met veel problemen in aanraking komt. Geschat wordt dat dat nog eens zo’n 25 procent van de bevolking is.”

Merijn: “Velen staan er niet bij stil hoe groot het probleem is, want de verschillende groepen komen amper in contact met elkaar. Mensen in kansarmoede zullen, bijvoorbeeld, sneller in een sociale woonwijk wonen, waar mensen die het wat breder hebben niet komen. Ook op school trek je misschien sneller op met vriendjes uit dezelfde sociale klasse. Kinderen staan er minder bij stil hoe anderen eruitzien, maar ze worden er soms van weggehouden door de ouders. Die willen bijvoorbeeld niet dat het kindje met het ‘slechte gebit’, ‘de vieze kleren’ of ‘de vreemde ouders’ bij hen komt spelen. Je komt dus alleen maar in aanraking met mensen die grotendeels zijn zoals jij. Daardoor vallen de problemen van de andere groepen niet op.”

En hoe zit het bij KLJ?

Elke: “Wat het percentage van leden in kansarmoede binnen KLJ is, weten we niet. We houden er geen cijfers over bij en zijn dat ook niet van plan. Toch zullen er in KLJ verhoudingsgewijs minder kinderen en jongeren met een kansarme achtergrond zitten dan wat de algemene cijfers zeggen. Dat komt omdat veel van die kinderen en jongeren de weg niet vinden naar een jeugdbeweging, net omdat ze op drempels botsen, zoals lidgeld betalen of een uniform aankopen. Daarnaast vullen ze hun tijd vaak anders in. Ze zullen, bijvoorbeeld, sneller aan weekend- of vakantiewerk doen dan naar een jeugdbeweging gaan.”

Merijn: “Als je er een cijfer op plakt, zeg je dat bepaalde kinderen en jongeren anders zijn dan anderen. Zo stop je hen wééral in hokjes. Nochtans hebben politici of gemeentebesturen die cijfers graag. Ze kunnen er dan mee uitpakken en zeggen dat ze kansarme kinderen bereiken via de jeugdbeweging. Bereiken we momenteel genoeg kinderen in kansarmoede? Ik denk van niet en daar worstelt elke jeugdbeweging mee. De goodwill is er zeker wel.”

“Maak je acties voor iedereen toegankelijk, ook voor wie het misschien niet nodig heeft”

Elke Timmerman, pedagogisch medewerker bij KLJ

Voor iedereen

Wat kunnen afdelingen concreet doen voor kinderen en jongeren in kansarmoede?

Merijn: “Op financieel vlak kan je veel doen. Je kan gebruikmaken van het steunfonds van KLJ om een deel van je lidgeld terug te vragen of je kan werken met een afbetalingsplan voor kampen en weekends, die doorgaans wel wat geld kosten. Daarnaast kan je een systeem uitwerken waarbij leden tweedehands-KLJ-kledij doorgegeven, of waarbij je goedkoop een slaapzak of veldbedje kan huren of kopen voor het kamp.” 

Elke: “Ik ben een grote fan van dat systeem voor tweedehandskledij. Alle kinderen groeien en hebben na verloop van tijd andere KLJ-kledij nodig. Iedereen zou dus zijn uniform moeten kunnen teruggeven of onderling verkopen. Dat is trouwens ook de belangrijkste boodschap: maak je acties voor iedereen toegankelijk, ook voor wie het misschien niet nodig heeft. De grootste drempel is toegeven dat je iets nodig hebt. Als het de normaalste zaak ter wereld wordt dat je in schijven betaalt of tweedehandskledij doorgeeft, dan zullen mensen in kansarmoede zich minder snel schamen om er gebruik van te maken. Het vraagt zelfs niet veel moeite om die dingen te normaliseren. Zet bijvoorbeeld op het inschrijfformulier van je kamp een vakje dat de ouders kunnen aanduiden als ze gebruik willen maken van het afbetalingsplan of van de slaapzakkenverhuur. Zo toon je dat iedereen het kan aanvragen.”

“Nog een tip: maak al van in het begin duidelijk hoeveel een KLJ-jaar zal kosten. Naast het lidgeld moeten ouders namelijk nog heel wat betalen. Denk maar aan uitstapjes, KLJ-kledij, de drankjes tijdens de activiteit en het kamp. Ik hoor sommige afdelingen zeggen dat ze niet weten waarom hun leden na een jaar al stoppen. Natuurlijk komt niemand je vertellen dat ze je werking te duur vinden en daardoor weggaan.”

Moeten we dan alleen inzetten op het financiële?

Merijn: “Nee, het kan ook op andere manieren. Hoe komen je leden bijvoorbeeld naar de KLJ? Sommigen zullen met de fiets komen, anderen worden afgezet door hun ouders. Maar wat als ze geen fiets of auto hebben? De bereikbaarheid van je afdeling is dus ook een aandachtspunt. Als iemand van de leiding te voet naar de KLJ gaat, kan die bijvoorbeeld vragen wie er langs die route wil meewandelen. Zo kunnen leden toch veilig naar de activiteit komen. Zoiets kost niet veel moeite, maar kan een wereld van verschil betekenen.”

Elke: “Daarnaast moet je werken aan ledenbinding en er zijn als een veilige groep. Het is fijn om niet beoordeeld te worden en gewoon te zijn wie je bent. Kinderen en jongeren zullen voelen dat deel uitmaken van een KLJ-groep een grote meerwaarde is in hun leven.”

“Anderzijds zijn leiding ook maar jonge mensen die de situatie in hun afdeling proberen te interpreteren. Net dat vinden kansarme kinderen en jongeren moeilijk, want ze worden altijd al geïnterpreteerd of moeten dingen altijd duidelijk maken. Eigenlijk moet de focus in een jeugdbeweging altijd op spelen liggen, want iedereen kan dat. Wij hebben de spelletjes, het materiaal, de leiding en de locatie. Je hoeft niets te kunnen om naar de KLJ te komen: dat moet je duidelijk maken aan je leden.”

“We bereiken momenteel niet genoeg kinderen in kansarmoede, maar de goodwill is er wel”

Merijn Castro, KLJ Connectmedewerker

Blijvende inspanningen

Doet KLJ Nationaal ook iets?

Elke: “We zetten in op bewustwording en bieden advies aan op maat. Dat is een uitdaging, want afdelingen komen er niet om vragen zolang ze het gevoel hebben dat ze er niet mee in aanraking komen of als ze andere prioriteiten hebben. Meestal pakt een afdeling eerst andere problemen aan: een ruzie in de leidingsploeg, de kas die niet klopt, een evenement dat niet goed draait… Leidingsgroepen veranderen bovendien snel. Een ploeg die nu sterk inzet op kansarme kinderen en jongeren, kan binnen twee à drie jaar vervangen zijn door een nieuwe leidingsgroep die daar minder belang aan hecht. We moeten het probleem dus blijven aankaarten, blijven sensibiliseren. We vertellen erover tijdens onze animatorcursussen en stimuleren afdelingen om via ‘KLJ voor iedereen’ acties op poten te zetten die onze jeugdbeweging toegankelijk maken voor iedereen. Het mooie aan het jeugdwerk is net dat we jongeren keer op keer de kans geven om zich te ontplooien daarin.” 

Merijn: “We moeten vooral het gesprek aangaan met afdelingen. Het KLJ Connectproject waar ik aan werk, brengt afdelingen in contact met organisaties in hun buurt om zo samen te werken en kansarme kinderen te bereiken. We proberen de leidingsploegen dus aan den lijve te laten ondervinden dat het niet veel moeite vraagt om in te zetten op die doelgroep.”

Elke: “Op papier zetten veel organisaties of gemeentebesturen in op diversiteit. Ze doen een actie en kunnen dan weer iets afvinken, maar dat is een druppel op een hete plaat. Na een tijdje zwakt de aandacht af, want het is moeilijk om erop te blijven inzetten. Dat is alweer een dreun voor kansarme kinderen en jongeren. We moeten jongeren dus stimuleren om de aandacht voor kansarmoede te verduurzamen. Bij afdelingen die er al langere periode mee aan de slag gaan, zien we trouwens wél dat ze het als een vanzelfsprekendheid beginnen te zien. Als we er dus echt voluit voor willen gaan, moeten we ervoor zorgen dat het thema vastgeroest wordt in heel onze organisatie.”

Merijn: “Misschien heeft het KLJ-team dan op termijn zelfs geen aparte medewerkers meer nodig die hameren op het diversiteitsthema en gaat iedereen er automatisch mee aan de slag. Zou dat niet mooi zijn?"

 

Tekst: Jonas Smeulders

Jouw verhaal in de Hélaba?

Ben jij ook altijd onder de indruk van die verhalen die we in de Hélaba neerpennen? En denk jij bij het lezen aan een straf verhaal dat je graag met alle KLJ’ers deelt? Laat het ons weten!

Deel je verhaal