Skip to main content

Regisseer de Bijbel rond het verhaal van Petrus op het water

een spel van Interdiocesane Jeugddienst vzw
een spel van Interdiocesane Jeugddienst vzw

Over het spel

  • ongeveer 2 uur
  • 6 tot 10 spelers, 12 tot 14 jaar
  • binnen (grote ruimte)

Benodigdheden

Verkleedkleding, Bijbelverhaal (een kopie voor elke speler), digitale fotocamera, projectiemateriaal

Uitleg

Link met het thema

De jongeren worden uitgedaagd om zichzelf te situeren in een Bijbelverhaal. Met name hier specifiek met het Bijbelverhaal uit deze themamap. Zo kunnen ze het verhaal levensecht ervaren en aanvoelen hoe geloof en geloofstwijfel heel nauw met elkaar verbonden zijn.

 

Doel

Jongeren het Bijbelverhaal van Petrus op het water aan den lijve laten voelen en het zo verkennen.

Jongeren laten inzien dat iedereen geraakt wordt door andere dingen in een zelfde verhaal.

Jongeren laten inzien dat iedereen zijn eigen interpretatie maakt van een Bijbelverhaal.

Jongeren uitdagen een Bijbelverhaal te laten doen leven en in de verschillende personages van het verhaal te laten kruipen.

 

Verloop

 

Inleiding

Vooraf wordt gekaderd wat de bedoeling is: een Bijbelverhaal aan den lijve voelen. Er wordt uitgelegd dat straks aan ieder gevraagd zal worden om een beeld uit het verhaal te kiezen en dat daadwerkelijk uit te beelden. Daarvoor beschik je over verkleedmateriaal, maar ook over de andere deelnemers. Je vraagt een aantal deelnemers een bepaalde rol en houding aan te nemen met een daarbij passende emotie. Als het beeld vorm heeft gekregen zoals jij het bedoeld hebt, wordt door de regisseur een foto gemaakt van het beeld.

De hierboven genoemde doelen worden vervolgens uitgelegd en er wordt aangegeven dat het niet de bedoeling is om een bizar schouwspel te maken, maar een beeld te creëren wat in de ogen van de regisseur past bij het verhaal.

 

Het verhaal lezen

Na deze inleiding wordt het verhaal 2 maal gelezen. De tweede keer krijgen de deelnemers het verhaal ook op papier zodat ze kunnen aanduiden welk beeld hen intrigeert. Nadat het verhaal een tweede keer gelezen is, kiest iedereen het beeld dat ze willen maken. Het maakt niet uit dat er twee of 3 keer voor een zelfde beeld gekozen zou worden, want iedere regisseur zal accentverschillen maken.

 

Een beeld maken en fotograferen

Er wordt gevraagd wie er wil beginnen.

De regisseur wordt gevraagd hoeveel mensen hij nodig heeft om het beeld dat hij of zij gekozen heeft te maken. Vervolgens wordt geschetst welk deel van het verhaal hij of zij wil verbeelden. Vrijwilligers mogen zich aandienen om rollen op te nemen in het beeld. De regisseur zet iedereen op zijn plek, ondertussen wordt de regisseur bevraagd. Waarom koos je voor dit beeld? Welke emoties spelen er in dit beeld? Welke rol in het verhaal past het meest bij je persoon? Bij welke rol voel je je niet op je gemak?

Tip: er zijn enkele dingen waar je als begeleider op moet letten:

- Waak erover dat iedereen een aantal keren een rol heeft vervuld in een beeld.

- Daag mensen uit om ook rollen die ze van nature niet zouden kiezen aan te nemen om eens te ervaren hoe dat voelt.

 

Nabespreking met projectie

Nadat iedereen aan de beurt is geweest, projecteer je de foto’s die je hebt gemaakt.

- Stoom afblazen: Hoe was het om dit te doen (als regisseur, maar ook als onderdeel van het beeld)? Hoe voel je je na het spelen?

- Verschillende gebeurtenissen tijdens het spel: Welke rol was het meest indrukwekkend om te spelen? Welk beeld heeft je het meest geraakt? Welk beeld had je zelf nooit gemaakt?

- Wat is je bijgebleven: Welk beeld heeft je het meest geleerd?

Op zoek op naar meer inhoudelijke werkvormen?

Surf naar www.ijd.be