Skip to main content

Oneerlijke spelletjes

een spel van KSA Nationaal
een spel van KSA Nationaal

Over het spel

  • ongeveer 2 uur
  • 10 tot 25 spelers, 10 tot 12 jaar
  • sportveld, groot, buiten, met muren, binnen

Benodigdheden

- krijt

- estafettemateriaal

- rekensom

- voetbal

 

Uitleg

Binnen een groep bestaan er drempels die een volledige deelname aan een spel kunnen belemmeren. Vaak zijn we ons daar niet van bewust, maar aan de hand van enkele "oneerlijke" spelletjes kan een discussie aangezwengeld worden.

- Kleintjes benadeeld: Verdeel de groep in 2 groepen, waarbij alle groten en alle kleintjes samen zitten. De opdracht is nu om op een hoge muur met krijt een zo hoog mogelijk streepje te trekken. De groep die het hoogste komt, is gewonnen.

- Snelle spurters bevoordeeld: Je splitst de grope op in 2 groepjes aan de hand van een loopwedstrijdje, de eerste helft die over de streep zijn vormen een groepje en de laatste helft het andere groepje. Deze 2 groepen laat je een loopspel tegen elkaar doen zoals stoelenloop, estafetten, ...

- Hetzelfde ideetje, maar dan op kracht: doe een wedstrijdje armworstelen en plaats de winnaars in één groep en de verliezers in de andere groep. Laat ze nu touwtrekken tegen elkaar.

- Slimme rakkers bevoordeeld: Doe een estaffette waarbij ze pas mogen beginnen te lopen nadat ze een moeilijke rekensom hebben opgelost.

- Gewone spelletjes krijgen ook een extra dimensie als je één van de teams een handicap geeft: bijvoorbeeld voetbal waarbij 1 team de handen op de rug gebonden heeft (ook de keeper!).

- De sterksten winnen: Vakduwen. Je tekent met krijt evenveel vakken langs elkaar als er leden zijn. Alle leden beginnen in het eerste vak en moeten proberen om als laatste in dat vak over te blijven. Dit doen ze door elkaar naar het tweede vak te duwen. Ben je beland in het tweede vak, dan probeer je daar weer weg te geraken door anderen naar het derde vak te duwen, enzovoort enzovoort. Uiteindelijk blijft er in elk vak iemand over, met de "sterkere" vaak aan een kant en de "minder sterke" aan het andere uiteinde.

- ...

Nabespreking:

- Hoe vond je de spelletjes?

- Waren ze eerlijk?

- Hoe voelde je je tijdens het spel? Hoe reageerde je?

- Dit waren nu heel duidelijke drempels, maar zijn er ook andere, minder zichtbare drempels? (bv. financiële situatie van de ouders, een bepaalde handicap, ...)

- Hoe kunnen we die drempels overbruggen?