Skip to main content

Het superzotte sponzengroepsspel

een spel van Chirojeugd Vlaanderen vzw
een spel van Chirojeugd Vlaanderen vzw

Over het spel

  • ongeveer 2 uur
  • 30 tot 120 spelers, 6 tot 18 jaar
  • buiten (grasveld)

Uitleg

Niets gaat boven een dagje samenspelen met de hele Chirogroep. Ben jij het klassieke postjesspel of de eenvoudige massaspelen ook beu? Geen probleem! In dit superzotte sponzenspel kan jong en oud zich uitleven. Bewaak je kegel, verzamel sponzen en verdien punten door de leiding te raken. Een simpel recept voor een namiddag spelplezier voor je hele Chirogroep.

Uit Dubbelpunt mei 2022

In het kort

Het eerste speldoel is zeer eenvoudig: zoveel mogelijk sponzen verdienen. Dat kan op twee manieren:

  • Zo weinig mogelijk fietsbanden over je kegels krijgen
  • Zo veel mogelijk opdrachten of spelen winnen met je ploeg

De sponzen zelf zijn niet de uiteindelijke punten. In de eindronde mag elke ploeg drie mensen uit de leidingsploeg nomineren en die bekogelen met hun verdiende sponzen (sorry leiding). Telkens ze iemand kunnen raken, verdienen ze een punt. Alles is dus nog mogelijk in de eindronde.

 

Spelverloop

Dit spel is bedoeld om met je hele Chirogroep samen te spelen. Deel de leden op in vier of in acht ploegen, afhankelijk met hoeveel leden je bent. Zorg ervoor dat elke ploeg ongeveer evenveel leden heeft en dat ze ook qua leeftijd gelijk opgaan. Anders zullen de opdrachten en spelletjes niet zo eerlijk verlopen.

 

Elke ploeg krijgt virtueel tien sponzen. Je hoeft ze dus niet echt uit te delen. Je kan daarvoor een groot scorebord maken. Bouw het speelveld op zoals op de tekening. Elke ploeg bevindt zich met hun kegels aan de uithoeken van het speelveld.

 

Een ploeg kan ervoor zorgen dat andere ploegen sponzen verliezen door een van hun fietsbanden om de kegel van die ploegen te gooien. Natuurlijk moeten ze zelf hun eigen kegel ook goed bewaken. Fietsbanden over de kegels gooien, kan gedurende het hele spel. Altijd op je hoede zijn, is de boodschap.

 

In het midden van het veld worden er telkens spelletjes gespeeld om sponzen te verdienen. Elke ploeg mag kiezen wie ze afvaardigen voor de spelen. Daar moeten ze wat strategisch kiezen, want het is belangrijk om de spelen te winnen, maar ook om tegelijkertijd hun kegel te verdedigen.

[[{"fid":"14871","view_mode":"default","fields":{"format":"default","field_file_image_alt_text[und][0][value]":"voorbeeld speelveld","field_file_image_title_text[und][0][value]":"voorbeeld speelveld"},"type":"media","link_text":null,"attributes":{"height":399,"width":765,"class":"media-element file-default"}}]]

Voorbereiding

Klaarzetten

  • Zorg ervoor dat elke ploeg een kamp heeft
  • Baken het centrale veld af waar jullie de spelen uitvoeren
  • Leg al het materiaal op voorhand klaar bij het centrale veld
  • Zorg dat het bord met de spelen goed zichtbaar staat op het centrale veld

 

Rolverdeling bij de leiding

  • Spelbegeleiders: in het centrale spelveld worden er een heleboel spelletjes gespeeld. De spelbegeleiders leggen de spelen uit en zorgen dat er niemand valsspeelt.
  • Kegelcontroleurs: die leiding houdt goed in de gaten bij welke ploegen er een fietsband om de kegel gaat en dat ploegen niet valsspelen.
  • Scorebewaarders: houden gedurende het spel de scores van de ploegen bij. Als je met weinig leiding bent, kan die taak ook opgenomen worden door de kegelcontroleurs en de spelbegeleiding.
  • Leiding per ploeg: de rest van de leiding mag natuurlijk aansluiten bij de ploegen om alles in goede banen te leiden.

 

Materiaal

  • Maak een scorebord voor de sponzen
  • Maak een bord met de spelen op (de benaming in het vet is goed, laat nog maar een beetje aan de fantasie over)
  • Sponzen: je hebt enkel voor de eindronde echte sponzen nodig. Een tiental volstaat, dan moet je de gebruikte sponzen opnieuw in het spel brengen.
  • Een kegel per ploeg
  • 10 fietsbanden per ploeg
  • Afbakenlint om de kampen van de ploegen af te bakenen
  • 10 ballen
  • Een heleboel tennisballen (als je er niet zoveel hebt, kan je daarvoor ook andere voorwerpen gebruiken)
  • 2 commandokoorden
  • Memorykaartjes (zie bijlage) of 2 kaartspellen
  • Materiaal om een parcours te maken: stoelen, legernet, hoepels, banken, enz.
  • Knutselmateriaal
  • Bord met drie gaten waar leden of leiding hun hoofd door kan steken
  • Emmers met water voor de eindronde

 

Spelverloop

Bij de start van het spel laat je de ploegen vijf minuten hun ding doen. Zo kunnen ze hun tactiek bespreken en al een poging wagen om een fietsband over de kegel van een andere ploeg te gooien. Per fietsband die rond een kegel gaat, verliest een ploeg twee sponzen.

 

Na het eerste fluitsignaal is het tijd om het eerste spel te spelen. Op het bord in het midden van het terrein kunnen ploegen zien welk spel ze gaan spelen en kiezen wie ze inzetten om dat te doen. Een ploeg hoeft niet al de spelers naar het centrale veld te sturen, want de kegel moet bewaakt worden. Na het tweede fluitsignaal moeten alle spelers die deelnemen op het centrale veld zijn. Je mag dan niet meer wisselen van rol. Leg de spelregels goed uit en start het spel. Na afloop mogen alle spelers weer zo snel mogelijk naar hun kegels.

 

De spelen op het centrale veld

  • Voor 5 sponzen: piramide bouwen
    Elke ploeg die erin slaagt om een piramide van vier verdiepingen te bouwen, verdient vijf sponzen.
  • Voor 5 sponzen: zangstonde
    De ploeg die als eerste aankomt, mag starten. Elke ploeg moet een liedje met het thema vuur zingen, maar je mag natuurlijk niet in herhaling vallen. Er moeten voldoende spelers uit de ploeg het liedje effectief meezingen. De ploeg die in herhaling valt of geen lied meer kan bedenken, valt af. De ploegen mogen wel pas terug naar hun kegel als de winnaar bepaald is.
  • Voor 10 sponzen: trefbal
    Werk je met vier ploegen, laat dan ploegen 1 en 2 tegen ploegen 3 en 4 spelen. Werk je met acht ploegen, laat dan ploegen 1 tot en met 4 het opnemen tegen ploegen 5 tot en met 8.
    Leg vijf ballen op de middellijn. Na het startsignaal verzamelen beide teams zoveel mogelijk ballen. Krijg je een bal achter je aanvalslijn, dan mag je hem houden. Daarna start fase twee. Het doel is om alle tegenstanders uit het veld te spelen. Dat doe je door hen aan te werpen met een bal. Je verliest een leven als je geraakt wordt door een bal van de tegenstander, als je buiten het veld loopt en als de bal die je gooit door een tegenstander opgevangen wordt. Als je eraan bent, val je uit het spel en mag je terug naar de kegel van je ploeg om die mee te verdedigen. Elke ploeg die het spel wint, krijgt 10 sponzen.
  • Voor 10 sponzen: kuis je kot
    Elk team krijgt een aantal tennisballen in hun kamp. Dat kamp baken je best af met lint of een hoepel (geen fietsband, want dat vraagt om gesjoemel). Na het startsignaal mag je de tennisballen uit jouw kamp naar een ander kamp brengen. Je mag maar één tennisbal per keer meedragen. De ploeg die op het eindsignaal het minst aantal tennisballen heeft, verdient tien sponzen.
  • Voor 15 sponzen: vier kwadranten
    Als je met vier ploegen werkt, staat elke ploeg in een kwadrant. Bij acht ploegen, moet je twee ploegen in een kwadrant plaatsen. Het is de bedoeling dat je de mensen van de andere ploeg over de koord in jouw kwadrant trekt. Die speler valt uit het spel zodra die in een ander kwadrant belandt. Je mag met je ploeggenoten handen geven en een ketting vormen om zo in andere kwadranten te lopen, maar die ketting moet wel ononderbroken blijven en de laatste speler moet in het eigen kwadrant blijven. Als de ketting doorbroken wordt, vallen alle spelers wel uit.
  • Voor 15 sponzen: memory
    Verderop in deze Dubbelpunt vind je kaartjes om memory te spelen. Laat telkens twee ploegen strijden om zoveel mogelijk dezelfde kaartjes te vinden. Elke ploeg mag om beurten twee kaartjes kiezen om om te draaien. Als je een paar kan vormen, neem je de kaartjes bij jou. Als je met veel leden bent, kan je ook twee kaartspellen gebruiken om memory mee te spelen. De ploeg met het grootste aantal paren wint 15 sponzen.
  • Voor 15 sponzen: parcours
    Zorg dat de jongste leden een voordeel hebben bij het afleggen van het parcours. Laat hen door kleine dingen kruipen, zoals een stoel. Het is dus een slimme zet om de jongere leden daar naartoe te sturen.
  • Voor 20 sponzen: touwtrekken
    Hang een sjaaltje of wimpel in het midden van het touw om het middelpunt te bepalen. Plaats twee kegels op gelijke afstand van elkaar. Als het middelpunt daar over gaat, heeft die ploeg verloren. Er zijn twee touwen waar telkens een ploeg tegen een andere ploeg strijdt. Als je maar één touw hebt, laat je de ploegen om beurt touwtrekken.
  • Voor 20 sponzen: knutsel een zaklampverzamelaarmachine
    Deze opdracht is er een voor de leden met veel fantasie. Ze mogen kiezen welk materiaal ze willen gebruiken en krijgen 15 minuten om de beste machine te bouwen en voor te stellen. De ploeg met de beste uitvinding wint de laatste 20 sponzen.

 

Einde van het spel

Op het einde van het spel zullen de sponzen gebruikt worden en de uiteindelijke punten geteld worden. De ploeg met de minste sponzen begint. Zij kiezen drie leiders en/of leidsters die hun hoofd door het bord met de gaten moeten steken. Vervolgens moet die ploeg hun sponzen richting de hoofden gooien vanop een bepaalde afstand.

 

Per spons die in het gezicht wordt gegooid van een van de drie personen die achter het bord staan, krijgt de gooiende ploeg een punt.

 

Herhaal dit voor elke ploeg. Elke ploeg mag drie leiders en/of leidsters kiezen, dat mogen dezelfde personen zijn. De ploeg die het vaakst iemand kan raken, wint dit grote spel!