- Eentje voor de +16: steek alle gsm-nummers van de leden in een grote pot. Duid zoveel teamkapiteins aan als er groepjes nodig zijn en laat hen om beurten een gsm-nummer trekken uit de pot. Zij moeten deze dan bellen en zo worden de groepjes gevormd en bekend gemaakt.
- Spuit verschillende deodoranten op de leden en laat ze al ruikend zoeken naar hun groepsleden.
- Iedereen staat per drie (twee vormen een huisje, één iemand in een huisje). De leiding heeft geen huisje en loopt rond. Hij/zij kan drie dingen roepen:
- Aardbeving: De bewoners blijven staan, de huisjes moeten van plaats veranderen.
- Tsunami: De huisjes blijven staan en de mensen moeten een nieuwe woonst zoeken.
- Chaos: iedereen verandert.
Na een tijdje kan je de trio’s gebruiken voor een volgend spel.
- Iedereen krijgt 1 blad papier en houdt dat gestrekt voor zich vast aan de hoeken. Op het fluitsignaal geeft iedereen een ruk aan zijn/haar blad. Deel de groepen in a.d.h.v. de grootte van het gescheurde blad.
- Zet je leden geblinddoekt of met de ogen dicht op 1 rij. Stel vervolgens enkele dilemma's, bijvoorbeeld: wie ananas op een pizza doet, springt naar rechts. Wie geen ananas op zijn pizza doet, springt naar links. Blijf dilemma's geven tot de groep gelijk verdeeld is.
- Geef je leden per twee een wasknijper. Ze krijgen twee minutende tijd om een wasknijpergevecht te houden. Dus je probeert de wasknijper op de ander te zetten. Als de tijd om is, vormen de leden met de wasknijper een groep en de leden zonder de wasknijper een andere groep.
- De leden pakken elkaars hand vast. Een leiding maakt er een grote chipolata van. Daarna snijdt de leiding deze in het aantal stukken dat nodig is om groepen te vormen.Hoe bruter je snijdt en ze oprolt, hoe leuker.
- Als je met niet te veel bent en je snel je groepen wilt indelen, is de app 'Chwazi' een aanrader.
- Iedereen moet 3 vingers opsteken. Je zal zien dat niet iedereen het op dezelfde manier doet. Zo kan je je groep in 2 of 3 delen.
- Laat elk lid één vinger van een leiding kiezen en vasthouden. Iedereen die de duim vast heeft zit in een team, iedereen die de wijsvinger vast heeft zit in een team, ...
- Geef iedereen een speelkaart. De leden met hetzelfde cijfer of dezelfde kleur (hoe dat je zelf wilt) horen samen.
- Maak een familiefoto: een kindje, een oma, een papa, ... Nadien vormen de kindjes een groep, de oma's zijn een groep, ...
- Doe briefjes met een nummer in een ballon. Geef elke deelnemer een ballon. Nu moeten de deelnemers hun ballon eerst kapotblazen vooraleer ze weten in welke groep ze zitten.
- De spelbegeleider houdt verschillende touwen (evenveel als de helft van de groep) in het midden vast. De deelnemers nemen elk een uiteinde vast. Wanneer de spelbegeleider de touwtjes loslaat, kunnen de deelnemers ontdekken met wie ze een duo vormen.
- Eentje om een weekend lang te gebruiken. Iedereen krijgt een kaartje met daarop verschillende kenmerken. Bijvoorbeeld een rol binnen een familie, een kleur en een diersoort, zodat je kaartjes als rood kuiken, oranje kater of paarse leeuwin krijgt. Op ieder moment kan je dan zeggen dan een kenmerk kiezen om groepen in te delen. Per diersoort zou dan bijvoorbeeld groepjes per drie kunnen zijn, terwijl je ook je groep in drie kan delen door alle mamadieren, papadieren en kindjesdieren samen te zetten, ...
- Geef iedereen een kaartje met een liedje op. Bij het startsignaal moet iedereen zijn liedje luidkeels beginnen zingen. Degene die hetzelfde liedje, van dezelfde artiest, in dezelfde taal... zingt, die zitten in 1 team.
- Schop je schoen zo ver mogelijk uit. Op basis van de afstand deel je de groepen in.
- Als je veel tijd hebt: Geef iedereen een "handicap" en laat ze binnen een bepaalde tijd op een groot-klein-groot-klein lijn staan. Zo kan je met zoveel als je wilt in een team zitten en zitten de grote en kleinere wat gemengd.