Skip to main content

Ganzenbord

een spel van Interdiocesane Jeugddienst vzw
een spel van Interdiocesane Jeugddienst vzw

Over het spel

  • ongeveer 2 uur
  • 8 tot 20 spelers, 12 tot 16 jaar
  • bos, buiten, binnen

Benodigdheden

Ganzenbord, letterkoekjes, dartsspel, 5 bonussen per grope, blaadje met opdrachten ganzenboord voor vakken met tekening, 3 reeksen vragenkaarten, flappen met stiften, OH-kaarten, enveloppen met kaartjes per groep (bos), kompas, bijbelverhaal

Uitleg

Doel

Al spelend werken jongeren rond het thema ‘Kom en zie’. Wie haalt het eerst de eindmeet? Wie vormt het meest aantal woorden?

 

Verloop

 

Je maakt het stil in de groep en leest het bijbelverhaal Joh. 1, 35-42. Eén reeks van de vragen zal hiermee verband houden. De andere reeksen zijn speelser opgevat, maar hebben wel te maken met het thema ‘Kom en zie’. Uiteraard kan je zelf nog andere reeksen van vragen bedenken.

 

Spelregels ganzenbord (ontleend aan het spel ‘Evenwaardig’)

Er is 1 spelleider voor het ganzenbord. De andere begeleiders zijn verantwoordelijk voor telkens 1 reeks vragen: kompas, Kom en zie (2 begeleiders), dieper zien.

De spelleider speelt niet mee, maar leidt het spel. Je verdeelt de groep in groepjes van 4 spelers.

Wanneer een groep op een vakje komt waar vragen moet worden beantwoord of opdrachten uitgevoerd dan gooit iemand van de spelers naar een dartsbord. Het cijfer geeft aan welke soort vraag of opdracht moet worden volbracht. Er zijn drie reeksen vragen of opdrachten. (Heb je meer vakjes op je dartsbord, spreek dan vooraf af welke nummers voor reeks 1 gelden,…)

De spelers kiezen een pion en krijgen elk 5 bonussen (bv. snoepjes). Er wordt gespeeld met 2 dobbelstenen. Wie het hoogst aantal ogen heeft, mag beginnen. De spelers (groepjes) gooien om de beurt (in wijzerszin) met 2 dobbelstenen en zetten hun pion zoveel vakjes vooruit als het aantal ogen dat werd gegooid. Als een speler op een vakje met een gezichtje komt, mag hij gooien naar het dartsbord. De worp bepaalt welke soort vraag moet beantwoord of uitgevoerd worden. Ze gaan naar de verantwoordelijke begeleider waar ze een kaart van de stapel nemen. Wordt de opdracht goed uitgevoerd (of de vraag goed beantwoord) dan krijgt de groep een letterkoekje. De groep gaat dan opnieuw naar het spelbord en er mag worden gedobbeld. De groepjes hoeven dus niet op elkaar te wachten. Op de vakjes met een tekening krijgt de groep een extra opdracht van de spelleider. Indien de spelers op één van de andere vakjes terecht komen, moeten ze niets doen  en mogen ze verder dobbelen, tenzij er al een andere groep staat te wachten. Dan wachten ze opnieuw hun beurt af. De bonussen die tijdens het spel moeten worden afgegeven (op de vakjes 19, 32, 42, 45, en 54, gaan in de pot in het midden van het speelbord. De groep die vakje 63 precies bereikt, heeft gewonnen; wie daarover heen gooit, gaat het aantal teveel gegooide ogen terug. De winnaar krijgt de bonussen die tijdens het spel in de pot zijn beland.

 

3 reeksen vragen en opdrachten

 

REEKS 1

 

Kompas

Met een kompas vind je de juiste richting. Dat heb je ook nodig in je eigen leven. Wie de weg kwijt raakt, heeft het moeilijk. Dit kan zijn op relationeel, financieel, psychologisch,… vlak. We hebben dan mensen nodig die ons begrijpen en die bovendien ook kunnen tonen wat tot echt levensgeluk leidt. Zo iemand was Jezus van Nazaret. De twee leerlingen ontdekken dat Hij het goed met hen voorheeft. Dat zijn manier van leven, zijn hele levenshouding de mens ten diepste gelukkig maken. Daarom zijn ze bereid hun leven door Hem te laten leiden.

 

De groep trekt een kaart met een aantal graden op. Met behulp van een kompas zoeken ze een envelop die verstopt is op het aantal aangegeven graden. Ze nemen het kaartje met hun groepsnummer eruit en geven dit aan de begeleider. In ruil krijgen ze een letterkoekje.

 

 

REEKS 2

 

Dieper zien

 

Wat zie je?

Elk kaartje bevat een andere tekening of code om te ontcijferen.

Telkens 1 letterkoekje.

 

 

Hoeveel poten heeft deze olifant?

 

 

 

 

 

 

Wat zie je?

 

 

 

 

Hoe oud is deze vrouw?

 

 

 

Visuele Illusies - Aandacht

Tel het aantal F-en in de volgende tekst:

 

FINISHED FILES ARE THE RE-
SULT OF YEARS OF SCIENTIF-
IC COMBINED WITH THE
EXPERIENCE OF YEARS.                                                             
antwoord: 6

 

 

 

 

 

 

 

 

Het gaat om de linker en de rechtermiddencirkel.           

antwoord: allebei even groot

 

 

 

Welke is het grootst?

 

 

 

 

Welke figuur zie je hierboven?          antwoord: Waarschijnlijk denk je, een spiraal. Niets is minder waar. Als je met je vingers de tekening volgt, merk je dat het om cirkels gaat.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lopen deze lijnen recht of schuin?               antwoord: recht

 

 

 

 

 

 

Visuele Illusies - Lijnstukken

Welke van deze twee lijnen is het langst denk je? antwoord:

(Het gaat om het horizontale gedeelte)     Als je bent zoals de meeste mensen zul je op het eerste gezicht zeggen dat de bovenste lijn langer is. Beide lijnen zijn echter precies even lang.

 

 

 

 

 

Kijk rustig naar de vier kleine stipjes in het midden van de tekening.

Doe dit voor tenminste 30 tot 40 seconden.

Kijk daarna naar een witte kale muur in de kamer.

Je zult een soort lichtvlek zien.

 Knijp je ogen nu samen en knipper snel met je ogen. Wat zie je nu?

 

                                                                                              antwoord: spookje

 

 

 

Lees volgende tekst.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wat zie je?                                                     antwoord: 1 en 2 gezichten

 

 

 

Wat zie je?                                                                antwoord: een trompettist en een vrouw

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wat zie je?                                                                antwoord: een konijn en een eend

 

 

 

Zoek 7 personen in dit schilderij.

 

 

 

 

Zoek de 11 personen.

REEKS 3

 

Kom en zie: Joh. 1, 35-42

 

Deze vragen hebben verband met het evangelieverhaal. De werkvormen verschillen. Bij een goed gesprek geeft de begeleider meerdere koekjes.

 

1.          Twee flappen: Gastvrij zijn voor mensen…/ Gastvrij zijn voor God…

De jongeren schrijven gedurende 10 minuten (in stilte) op de flappen waaraan deze uitspraken hen doet denken. Nadien wisselen ze kort uit.

2.          Waar zijn er plaatsen waar ik iets van Jezus kan zien? Weet ik me er welkom? Mag ik er zijn wie ik ben? (gesprek)

3.          Wie is Jezus voor mij? De begeleider legt de woordkaarten van de OH-reeks op een tafel. De jongeren kiezen een woord dat hen helpt op de vraag te antwoorden.

4.          Durf ik Hem ter sprake brengen? Waarom wel/niet? (gesprek)

5.          Waarvan droom je? Wie wil je eigenlijk zijn? De tekeningen van de OH-reeks worden door de begeleider op de tafel gelegd. De jongeren kiezen een afbeelding die hen helpt de vraag te beantwoorden.

6.          In welke figuur uit het evangelieverhaal herken je je het meest? Jezus, Simon, Andreas, Johannes de Doper, Simon Petrus? Waarom? (gesprek)

7.          Andreas had het aangedurfd bij Jezus te verblijven. Wanneer maak ik tijd voor Hem? Waarom is dat niet zo makkellijk? (gesprek)

8.          Is er in jouw Jokri-groep plaats voor het christelijke geloof? Vind je dat goed? (gesprek)

9.          Als ik aan anderen iets over Jezus zou vertellen. Wat zou dat dan zijn? (gesprek)

10.       De twee leerlingen hebben hun ogen geopend nadat ze op Jezus’ uitnodiging ingegaan waren. Daardoor zagen ze ook wie Jezus echt is. Waarvoor heb ik zelf aandacht? Waarvoor sluit ik liefst mijn ogen? (gesprek)

 

Wanneer de eerste groep het vak 63 bereikt heeft, wordt het spel beëindigd. Per groep worden de letterkoekjes verzameld en worden zoveel mogelijk woorden gevormd die iets met het thema ‘Kom en zie’ te maken hebben. De woorden worden voorgelezen zodat iedereen ze van elkaar hoort. De groep die het eerst vak 63 haalde én de groep die het meestal aantal woorden vormde mogen de pot met bonussen delen.

Op zoek op naar meer inhoudelijke werkvormen?

Surf naar www.ijd.be