Credoquiz

Enveloppen, quizvragen (bijlage), tips, tekst van de geloofsbelijdenis (bijlage), materiaal om vakken aan te duiden (ronde 1)

Link met het thema

Petrus gelooft in Jezus en liep over het water naar Hem toe. Wanneer durf jij te zeggen ‘ik geloof!’ Wat betekent dit voor jou?

Doel

Jongeren laten nadenken over het credo

Jongeren laten ervaren wat het betekent iets, iemand en in Iemand te geloven

Jongeren leren met elkaar van mening te wisselen over geloven

Verloop

Vooraf

De quiz wordt in kleine groepen gespeeld en verloopt in verschillende fases.

In de eerste twee rondes probeer je met je groep zoveel mogelijk “JA’s” te verdienen. Voor elk juist antwoord dat een lid van de groep geeft, ontvangt de groep 1 JA. Per vraag kunnen er meerdere groepen meerdere JA’s verdienen.

In de derde ronde worden de JA’s opgeteld en krijgt de groep voor zijn JA’s een aantal tips om te achterhalen waarover heel de quiz gaat. Wanneer een groep het woord ‘CREDO’ vindt, krijgt deze groep de tekst van het credo en enkele vragen hierbij om onderling over uit te wisselen. Die dingen kunnen dan ten slotte opgenomen worden in een bezinning.

Ronde 1: Ren je rot

In deze ronde krijgen de jongeren verschillende meerkeuzevragen (zie bijlage) te horen. Het is de bedoeling dat ze zich binnen een bepaalde tijd verplaatsen naar het vak van antwoord A, B of C. Iedereen die binnen de tijd in het juiste vak staat, krijgt 1 JA.

Ronde 2: Wie geloof je?

In deze ronde is het de bedoeling dat er telkens drie jongeren zijn die een antwoord moeten geven op de vraag. Hiervoor hebben ze drie kaartjes nodig: A, B en C. De anderen moeten zich bij het horen van de vraag achter één van de jongeren zetten van wie zij denken dat hij of zij het juiste antwoord weet. Wanneer de persoon waarachter ze zich plaatsen het juiste antwoord geeft – door de juiste letter te tonen-, krijgt deze jongere en krijgen de jongeren die er achter staan elk 1 JA.

De vragen (zie bijlage) hierbij zijn gericht op de bijbel (als een belangrijk getuigenis van Gods verhaal met mensen) en op heiligen (grote namen uit de geschiedenis die door hun leven op een bijzondere wijze getuigden van hun geloof in God).

Ronde 3: Waarover gaat het?

In deze fase krijgen de jongeren per groep een enveloppe met een aantal tips (zie bijlage) in. Het aantal tips hangt af van het aantal JA’s dat ze verdiend hebben. Het woord dat ze moeten vinden is ‘CREDO’. Wanneer de groep denkt het woord te weten, komen ze het vertellen aan de groepsleider.

Als het juist is, geeft deze hen de tekst van de geloofsbelijdenis (zie bijlage) mee met de volgende vragen:

- Wat spreekt jou aan in deze tekst? Waar sta je achter? Waar kan je je in vinden?

- Waar heb je het moeilijk mee? Wat stoot je voor de borst?

Bezinningsmoment