Skip to main content

KLJ van vroeger tot nu

Hoe is KLJ ontstaan? Landelijke KLJ-werkingen bestaan al meer dan 90 jaar en maakte een boeiende evolutie mee. Bovendien geven we je tips om op zoek te gaan naar de geschiedenis van je eigen afdeling.

 

Hoe is KLJ ontstaan? Landelijke KLJ-werkingen bestaan al meer dan 90 jaar en maakte een boeiende evolutie mee. Bovendien geven we je tips om op zoek te gaan naar de geschiedenis van je eigen afdeling.

 

Wat staat er in het KLJ-archief over jouw afdeling?

Het KADOC (het Documentatie- en onderzoekscentrum voor religie, cultuur en samenleving) beheert ons archief. Daarin kun je iets vinden over de geschiedenis van jouw KLJ-afdeling.

 

Vraag info aan

De Boerenjeugdbond, de papa van KLJ

In het begin van vorige eeuw verenigden boeren en boerinnen zich in de Boerenbond en de Boerinnenbond. In 1927 vonden deze verenigingen het nodig dat er naast een volwassenenwerking voor land- en tuinbouwers ook een werking voor jonge boeren en boerinnen moest zijn. Zo werd Boerenjeugdbond (BJB) geboren. De BJB-werking beoogde de ‘totale ontplooiing van land- en tuinbouwjongeren’.

Niet alleen educatie, ook ontspanning

In 1937 werden de Landelijke Rijverenigingen (LRV) opgericht. Zij groepeerden BJB'ers die paardreden. Na WOII kwam de nadruk ook bij de BJB meer op ontspanning te liggen. Zo kwam onder andere de sportfeestwerking met vendelen en wimpelen tot stand.

Er kwam ook de ambitie bij om plattelandsjongeren in heel Europa te verenigen. In 1954 richtte de BJB mee de MIJARC (Mouvement International de la Jeunesse Agricole et Rurale Catholique) op. Zo werden nationale bewegingen van plattelandsjongeren verenigd.

KLJ, voor àlle jongeren van het dorp

In 1965 verandert de BJB zijn naam in Katholieke Landelijke Jeugd (KLJ). De jongerenbeweging wilde zich immers meer richten op àlle jongeren in een dorp. Voor jonge boeren en tuinders werd een gespecialiseerde werking opgericht: de Groene Kring. Gewestelijke werkingen daarvan brachten deze jongeren samen voor belangenverdediging en vorming. (Vandaag zijn KLJ en Groene Kring nog steeds verenigd in één vzw.)

Jongens en meisjes samen, van 6 tot 35

KLJ-afdelingen waren aanvankelijk niet gemengd. Er waren aparte groepen voor jongens en meisjes ouder dan 16. In de loop van de jaren ‘70 ontstaan steeds meer gemengde groepen, en kregen ook -16-jarigen activiteiten aangeboden. Vanaf de jaren 80 ontvingen de eerste afdelingen ook kinderen jonger dan 12 jaar. Deze werking werd toen echter niet erkend door KLJ.

Op de Nationale Raad in 1994 werd de werking voor deze jongste leeftijdsgroep erkend. Ook deze kinderen mochten zich KLJ'ers noemen, konden als lid verzekerd worden en kregen een eigen tijdschrift: Komma. Leiding werd vanaf nu ook meer geïnformeerd en opgeleid om deze kinderen KLJ-activiteiten aan te bieden.

In de 21ste eeuw neemt de focus op dat leeftijdsgericht werken binnen KLJ toe. Dit leidt in 2006 tot de erkenning van twee nieuwe leeftijdsgroepen binnen KLJ, aangezien zowel de oudste leeftijdsgroep (+16) als de jongste (–12) zeer ruim zijn. Vanaf dan kon een afdeling kiezen voor vijf leeftijdsgroepen: –9 (6-9 jaar), –12 (9-12), –16 (12-16), +16 (16-20) en +20 (20-35). In 2012 maakten we nog een verdere opsplitsing in de 12- tot 16-jarigen: +12 (12-14) en +14 (14-16).​

De geschiedenis van joùw afdeling?

Ook jouw afdeling heeft vast een boeiend en decennialang verhaal. Maar weet je daar alles over? Hebben jullie een foto-archief, ook van niet-digitale foto’s? Hebben jullie nog ledenlijsten van vroeger? Weten jullie wie de oprichters zijn? Kennen jullie legendarische mijlpalen? Zò boeiend én belangrijk, want jullie geschiedenis is erfgoed.

Ga op zoek naar de geschiedenis van jullie KLJ-afdeling. Tips om je KLJ-archief op te bouwen vind je in de brochure 'Jeugdbewegingen en erfgoed' van Heemkunde Vlaanderen​. Praat bv. met jullie lokale heemkundige kring of neem contact op met het KADOC van de universiteit Leuven. In het KADOC wordt namelijk het nationaal KLJ-archief bewaard. Via de medewerkers kan je er scans van stukken uit je afdelingsarchief opvragen. Dat kost 0,50 euro per scan. Wil je er niet te veel geld aan uitgeven? Dan kan je de documenten ook gratis raadplegen in de leeszaal van het KADOC. Je mag dan zelf foto's van de stukken maken met je smartphone, tablet of digitale camera.